Den Haag – De afgelopen maanden zijn ruim 4000 asielaanvragen afgehandeld van asielzoekers die te lang hebben moeten wachten op een besluit van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De dienst kampt met een achterstand van in totaal 15.300 zaken, waar de taskforce nu hard mee aan de slag is. Dat schrijft staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Asiel en Migratie) dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer.
De staatssecretaris is blij met de voortgang van de taskforce, maar ziet tegelijk dat er nog veel moet gebeuren. In de brief schrijft ze dat vanaf september een versnelling van het aantal beslissingen is voorzien. Dat is mogelijk doordat de taskforce dan volledig op sterkte is, en omdat de nieuwe werkwijze van de taskforce dan resultaat moet gaan opleveren. Hierbij is continu aandacht voor de zorgvuldigheid, de nationale veiligheid en de beperkingen die COVID-19 met zich meebrengt.
Extra inzet
Bij de taskforce werken ongeveer 180 IND-medewerkers, 20 medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken en circa 30 medewerkers van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Ook zijn er ongeveer 250 uitzendkrachten actief met het horen van asielzoekers, administratieve handelingen en werkvoorbereiding. Het daadwerkelijke beslissen wordt alleen gedaan door ervaren IND’ers.
Schriftelijk horen
Verder maakt de taskforce gebruik van een aantal juridische bureaus die concept-besluiten opstellen. Op deze manier kunnen naar verwachting 5.000 zaken versneld worden afgedaan. Daarnaast wordt er, in afstemming met de advocatuur, gewerkt met schriftelijk horen. Daarbij de asielzoeker op basis van vrijwilligheid zelf zijn asielrelaas kan opstellen. In een deel van de gevallen kan dan op basis van dit relaas, het aanmeldgehoor en de identificatie en registratie versneld een beslissing worden genomen. Bij twijfel over bijvoorbeeld gevaar voor nationale veiligheid of bij een voornemen tot afwijzing, wordt nog wel altijd een mondeling gehoor afgenomen.
Zorgvuldig
De versnelde afhandeling van de aanvragen mag volgens de staatssecretaris geen afbreuk doen aan een zorgvuldige behandeling. Inmiddels is duidelijk dat een deel van de zaken dermate complex is dat deze additionele aandacht en onderzoek behoeven. Dat is bijvoorbeeld het geval bij zaken van bekeerlingen en LHBTI’ers. De staatssecretaris schrijft in de brief dat het risico bestaat dat een deel van die complexe zaken meer tijd zal vergen. In een volgende rapportage zal zij aangeven of en in welke mate dit aan de orde is.
Overleg
Nu de taskforce veel zaken afdoet, merken andere organisaties daar ook veel van Zo krijgt de DT&V meer mensen die na een afwijzing moeten terugkeren, krijgen gemeenten meer statushouders om te huisvesten en te begeleiden en krijgen rechtbanken meer beroepen te verwerken. Met al deze betrokkenen voert de taskforce gesprekken om te zorgen dat zij hun werkvoorraad zo goed mogelijk kunnen plannen.