Appingedam – Wanneer ik door de Damster binnenstad wandel zie ik regelmatig gebouwen uit de steigers komen. Vaak begroeten de net versterkte panden je in volle glorie, maar soms gebeurt er iets geks. Ik kijk naar een gevel met een patroon van bakstenen recht boven elkaar. Met een glimlach van ongeloof maak ik een foto. “Vind je dat mooi?,” vraagt een voorbijganger op haar beurt. Ik vertel hoe zonde ik het vind van het stadsgezicht waarop ik zo trots ben.
Even verderop stuit ik op een winkelpand met een voorkant van simpele kunststof strips die door
stickers op hout moeten lijken. Is dit een eigentijdse interpretatie van de historie, vraag ik me
af? Laten we dan ook direct de karakteristieke hangende keukens vervangen door moderne glazen skyboxen. In een regio waar we zo hard aan de weg timmeren is de vrijetijdseconomie cruciaal voor het
leefbaar houden van Appingedam. Zeker ook voor de toekomstige generatie. Het baart me dan ook
zorgen dat we de toeristische waarde van ons mooie stadje laten verwateren in plaats van deze te
stimuleren. Ik vraag me af of we de toeristen van 2050 nog wel een reden geven om langs te komen.
En als ze niet meer komen, vraag ik me af of mijn favoriete café zijn bestaansrecht nog wel houdt.
Bijna dagelijks tref ik pioniers, die met bloed, zweet en tranen werken aan een kalenderwaardig
stadsgezicht. Een cultuurhistorisch pareltje om trots op te zijn. Welk signaal geef je aan die
mensen wanneer de projectontwikkelaar één deur verderop een gevel laat plaatsen die net zo goed in Almere had kunnen staan?
Gelukkig zijn er praktische oplossingen. Elke gemeente heeft een welstandsnota die de grenzen
bepaalt van hoe er gebouwd mag worden. Dat is bij uitstek het instrument om de zorgen dat
historiserend wordt versterkt, wat mij betreft met speciale aandacht voor de toerist van 2050. Op
dit moment lijkt Eemsdelta echter van de zijlijn toe te kijken hoe er nou eenmaal rotte appels
tussen zitten. Als kind leerde oma mij dat je de rotte appels weg moet gooien voordat je er sap van
maakt.
Op dit moment lijkt het of we bezig zijn een spannende bioscoopfilm te produceren, waar in de
tweede helft het budget op is. Bezoekers zeggen dan tegen hun vrienden: “Het was wel leuk, maar na
het eerste uurtje heb je het wel gezien. Niet de moeite waard dus.” De gemeente Eemsdelta,
aannemers en particulieren in de versterking schrijven mee aan het einde van deze film. Laten we
dan ook samen werken aan een resultaat wat nog jaren bewonderd wordt.
Cody Rozema (22) is voorzitter van Stichting Jong Noord, een organisatie die zich inzet voor jongeren in de regio Eemsdelta.