Groningen – De officier van justitie heeft vanmorgen taakstraffen geëist tegen drie jongemannen die op 7 januari 2018 een man zouden hebben mishandeld in het uitgaansleven van Appingedam. Een van de drie, een 21-jarige Delfzijlster, zou het slachtoffer hebben mishandeld omdat hij dacht dat de man de telefoon van zijn broer had gestolen in een kroeg. De telefoon werd later teruggevonden bij de gevonden voorwerpen in diezelfde kroeg.
Slachtoffer schreeuwde dat ze moesten stoppen
De mishandeling vond plaats aan de Wijkstraat in Appingedam. Het slachtoffer liep de kroeg uit om te pinnen toen hij ineens door een groep jongeren werd tegengehouden en geslagen werd.
Meerdere getuigen hebben tegenover de politie verklaard dat het slachtoffer na meerdere klappen op de grond terecht kwam, waarna hij vervolgens van alle kanten werd geslagen en geschopt. Hij zou meerdere malen hebben geschreeuwd dat ze moesten stoppen, maar de mishandeling duurde zeker zo’n vijf minuten voort. Het slachtoffer liep een blauw oog op en had nog lang last van de gevolgen van de mishandeling.
Bij de mishandeling zouden ook nog twee 22-jarige mannen, uit Delfzijl en Appingedam, betrokken zijn geweest. Ook zij moesten zich voor de rechter verantwoorden.
Schoppen en slaan
De 21-jarige Delfzijlster verklaarde tegenover de rechter dat hij niet meer veel weet van het incident. Hij zou enkele keren tegen het been van het slachtoffer hebben geschopt. Getuigen hebben verklaard dat hij, met een arm dat op dat moment in het gips zat, ook klappen heeft uitgedeeld. Hij kan zich daar niks van herinneren omdat hij onder invloed van alcohol was. Bij zijn arrestatie verzette hij zich hevig en spuugde op de agenten. Onderweg naar het bureau is zelfs nog gestopt om de man tot bedaren te brengen.
De jongeman staat sinds het incident onder toezicht van de jeugdreclassering en zit in een begeleid wonen traject. Beiden zijn positief over het gedrag van hem sindsdien. Bovendien heeft hij een alcoholverbod, en heeft inmiddels anderhalf jaar geen druppel meer gedronken.
De twee andere mannen van 22-jaar ontkennen betrokken te zijn geweest bij de mishandeling, ze zouden op een afstandje hebben toegekeken terwijl de politie eraan kwam. De officier van justitie gelooft dit echter niet omdat meerdere mensen hebben verklaard dat ook zij de man hebben mishandeld.
Taakstraffen voor alle drie de mannen
De officier van justitie eiste dan ook tegen alle drie de mannen een taakstraf. De 21-jarige Delfzijlster hoorde een straf van 80 dagen jeugddetentie tegen zich eisen waarvan hij al een deel in voorarrest heeft gezeten, het resterende zou volgens de officier voorwaardelijk moeten zijn met een proeftijd van twee jaar. Een voorwaardelijke taakstraf van 60 uur, die nog openstond voor een ander feit, zou hij nu wel uit moeten gaan voeren.
De 22-jarige man uit Appingedam hoorde een werkstraf van 100 uur tegen zich eisen, waarvan 40 voorwaardelijk. Tevens zou de jeugdreclassering verlengd moeten worden. Voor de 22-jarige Delfzijlster wil de officier geen jeugdrecht toepassen omdat de situatie van de man compleet anders is. Hij hoorde dan ook een taakstraf van 140 uur tegen zich geëist worden.
Tevens is er door het slachtoffer een vordering ingediend die in de duizenden euro’s loopt. Hij zou lang niet hebben kunnen werken en kampte nog lang met de gevolgen van de mishandeling.
Jeugdrecht toepassen op alle drie de mannen
De advocaat van de drie jongemannen is van mening dat alle drie de verdachten moeten worden berecht volgens het jeugdrecht. Voor 22-jarige Delfzijlster is hij van mening dat de taakstraf te hoog is, er is wel bewezen dat hij betrokken was, maar niet dat hij de man zo zwaar heeft mishandeld als dat verklaard is. De 22-jarige Damster zou vrij moeten worden gesproken omdat er mogelijk sprake is van een persoonsverwisseling.
De vordering van het slachtoffer is volgens de advocaat niet voldoende onderbouwd en zou dan ook omlaag moeten.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak in de zaak.
