Nederland – Voor het vijfde jaar op rij laten meer melkveebedrijven hun koeien buiten lopen. Inmiddels past 83 procent van de leden van FrieslandCampina in Nederland een vorm van weidegang toe. Een stijging van 1,8 procent ten opzichte van 2018 en een evenaring van het sectorgemiddelde van eveneens 83 procent. Dit ondanks externe factoren als droogte en muizenvraat. Een resultaat waar FrieslandCampina trots op is. Dankzij actieve begeleiding kozen nog eens 248 leden-melkveebedrijven van FrieslandCampina ervoor in 2019 te starten met weiden.
Frans Keurentjes, voorzitter Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.: “We kunnen er als sector ontzettend trots op zijn dat het ons wederom is gelukt het aantal koeien in de wei te laten groeien. We zijn tevreden met deze stijging en danken alle weiders voor hun inspanningen. Het is van belang dat koeien zichtbaar blijven in het Nederlandse landschap. De bereidheid van de consument om daar iets extra’s voor te betalen, geeft een extra stimulans.”
Over weidegang
Een grazende koe is een onderdeel van het Nederlandse cultuurlandschap en wordt door de maatschappij zeer gewaardeerd. FrieslandCampina stimuleert leden-melkveehouders om hun koeien en jongvee te weiden. Om weidegang aan te moedigen beloont FrieslandCampina zijn leden-melkveehouders, wanneer zij hun melkkoeien ten minste 120 dagen per jaar minimaal 6 uur per dag in de wei laten grazen. De melkveehouders ontvangen hiervoor een weidegangtoeslag van 1,50 euro per 100 kilo melk. Weidemelk is voor de consument herkenbaar aan het weidemelk-logo dat op de verpakkingen van veel zuivelproducten staat.