Nederland – Meer dan de helft van de jongeren die meededen aan het onderzoek van TeamAlert geeft aan regelmatig te rijden nadat ze medicijnen hebben ingenomen. Niet uit roekeloosheid, maar omdat ze geen bijwerkingen merken, het deel is van hun dagelijkse routine of er simpelweg geen alternatief is. Tegelijkertijd weten veel jongeren niet goed welke invloed hun medicijnen kunnen hebben op hun rijgedrag. Aan het onderzoek deden 594 jongeren van 16 tot 30 jaar mee.
Jongeren rijden vaak uit noodzaak of routine
Jongeren die na medicijngebruik achter het stuur stappen, doen dat meestal omdat ze geen bijwerkingen ervaren (51%).. Een derde geeft aan dat de klachten waarvoor ze hun medicijnen slikken – zoals angst, pijn of migraine – voor hen gevaarlijker voelen dan de medicatie zelf. Bijna één op de vijf jongeren (18%) zegt geen alternatief vervoer te hebben.
Tegelijkertijd noemt ruim een derde angst voor ongelukken (38%) en fysieke klachten zoals duizeligheid of vermoeidheid (36%) als belangrijkste reden om juist niet te rijden. De keuze om wel of niet te rijden is voor de meeste jongeren dus geen bewuste overtreding, maar een persoonlijke afweging op basis van gevoel in plaats van officiële richtlijnen.
Kennis is beperkt, informatie vaak niet toepasbaar
De meeste jongeren vinden de informatie over medicijnen in het verkeer op zich duidelijk (44% duidelijk, 10% heel duidelijk), maar slechts 10% weet wat de officiële KNMP-categorieën betekenen. Deze verdelen medicijnen in vier niveaus – van 0 (geen invloed) tot III (ernstige invloed, waarbij rijden verboden is) – afhankelijk van hoe sterk een middel de rijvaardigheid beïnvloedt.
Veel jongeren weten echter niet in welke categorie hun medicatie valt of wat dat concreet betekent. Daarnaast zijn de huidige regels vaak te zwart-wit opgesteld, terwijl de effecten per middel, dosering en persoon sterk verschillen. Daardoor baseren jongeren hun keuze vaak op eigen ervaring in plaats van betrouwbare kennis of wet- en regelgeving. Ruim de helft (51%) zoekt informatie via gespecialiseerde websites, waaronder Rijveiligmetmedicijnen.nl , een initiatief van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) dat mensen helpt te begrijpen of hun medicatie veilig te combineren is met deelname aan het verkeer.
Weinig ruimte voor open gesprek met rijinstructeurs
Een belangrijk knelpunt voor de openheid over medicijngebruik achter het stuur ligt in de rijopleiding. Bijna de helft van de jongeren (44%) geeft aan dat medicijngebruik daar nooit aan bod kwam. De invloed van rijinstructeurs blijkt groot, maar ook sterk wisselend. Sommige weigeren te lessen met jongeren die medicatie gebruiken, zelfs als deze geen invloed heeft op de rijvaardigheid. Anderen adviseren juist om medicijngebruik of diagnoses niet te melden op de gezondheidsverklaring voor het CBR.
Dit brengt jongeren in een lastige positie: openheid kan leiden tot extra kosten, vertraging of een kortere geldigheid van het rijbewijs. Daardoor kiezen velen ervoor hun medicatie pas later te noemen – als het vertrouwen met de instructeur is gegroeid.
Deze onduidelijkheid vergroot de kans dat jongeren verkeerde inschattingen maken. Terwijl familie en vrienden vaak juist aanmoedigen om bij twijfel niet te rijden, ontbreekt op school of tijdens de rijopleiding de ruimte om eerlijk te praten over medicijngebruik en verkeersveiligheid.
Conclusie: ruimte voor kennis, openheid en vertrouwen
TeamAlert benadrukt dat jongeren de intentie hebben om verantwoord te rijden, maar dat beleid, opleidingen en voorlichting nog onvoldoende aansluiten bij hun praktijk. Daarom pleit de organisatie voor nog meer inzet en zichtbaarheid voor persoonlijk, praktisch advies over medicijngebruik via artsen, apothekers en platforms als Rijveiligmetmedicijnen.nl , én voor structurele aandacht voor dit thema in de rijopleiding zodat jongeren zonder angst open kunnen zijn over hun gebruik. Met meer kennis, vertrouwen en openheid kunnen jongeren beter inschatten wanneer ze veilig de weg op kunnen, en zo bijdragen aan veiliger verkeer voor iedereen.







