Midden-Groningen – In 2019 zijn de uitgaven jeugdhulp voor Zorg in Natura (ZIN) die via de RIGG worden betaald gestegen met 10,3% (17,2 miljoen euro) ten opzichte van het jaar daarvoor. Een deel van deze stijging, ongeveer 2,5% (4,5 miljoen euro), wordt veroorzaakt door de loon-prijs indexatie. Zo blijkt uit de cijfers die de RIGG, de Regionale Inkooporganisatie Groninger Gemeenten, onlangs presenteerde aan het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling PG&Z de cijfers van 2019. Om kwalitatief goede jeugdhulp te kunnen blijven verlenen is een structurele bijdrage van het Rijk noodzakelijk.
Op allerlei manieren zijn de Groninger gemeenten bezig de kosten van de jeugdhulp terug te dringen zonder de kwaliteit aan te tasten. Dat gebeurt bijvoorbeeld door de samenwerking met de huisartsen te verbeteren, zorgvuldiger te bekijken wanneer de hulp gestopt kan worden en meer in te zetten op het voorkomen van problemen. Coördinerend wethouder Jeugd Peter Verschuren: ‘Door die aanpak zijn de kosten afgelopen jaar minder hard gestegen dan in eerdere jaren, maar ze zijn nog wel gegroeid. Dat onderstreept de noodzaak van extra geld voor de jeugdhulp van het Rijk. We hebben in 2019 weliswaar meer geld gekregen, maar dat is een incidentele bijdrage en niet eens genoeg om de stijging van de kosten op te vangen, laat staan het tekort terug te dringen.’
Structurele bijdrage
Hoeveel de gemeenten zelf toe moeten leggen op de jeugdhulp is vanaf 2019 niet meer te berekenen omdat de gemeenten er geen apart budget meer voor krijgen. Duidelijk is wel dat de jeugdhulpkosten de Groningse gemeenten voor grote problemen stellen. Verschuren: ‘We gaan door met acties die we regionaal en per gemeente inzetten om de uitgaven te beperken, maar om in de toekomst de jeugdhulp te kunnen blijven bekostigen hebben we echt een forse structurele bijdrage van het Rijk nodig.’
in 1 minuut te lezen