Den Haag – Op dit moment staat Nederland voor de complexe uitdaging om tegelijkertijd de gezondheid van burgers te beschermen, de economie overeind te houden en de sociale gevolgen van het coronavirus te minimaliseren. Gemeenten en het Rijk hebben samen al een start gemaakt om deze sociale gevolgen op te vangen. Dat staat in de kabinetsreactie op het verslag van de werkgroep ‘Sociale Impact Coronacrisis’ en het Manifest ‘Kom op voor de meest kwetsbare gebieden’ die vandaag door minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer is gestuurd.
In de brief, die ook namens de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Justitie en Veiligheid, voor Rechtsbescherming, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en de staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport is verstuurd, deelt het kabinet de zorgen van de werkgroep onder leiding van burgemeester Halsema en de burgemeesters van het manifest. Kwetsbare groepen kunnen hard geraakt worden door de effecten van corona en het risico bestaat dat nieuwe kwetsbare groepen ontstaan.
De afgelopen maanden is op basis van al deze signalen gestart met verschillende acties. De focus ligt daarbij op de 16 stedelijke vernieuwingsgebieden. Maar de acties kunnen ook worden uitgebreid naar andere gebieden in Nederland. Zo worden tienduizend in het sociaal domein werkzame professionals de komende tijd extra ondersteund om via de zogenoemde doorbraakmethode jaarlijks 100 duizend huishoudens met ingewikkelde problemen te helpen. Er wordt in alle gemeenten een versnelling gemaakt met het huisvesten van kwetsbare groepen, zoals dak- en thuislozen, arbeidsmigranten, jongeren die jeugdhulp verlaten en mensen met verward gedrag. Ook worden maatregelen genomen om schuldenproblematiek en onderwijsachterstanden aan te pakken en (langdurige en jeugd)werkloosheid zo veel mogelijk tegen te gaan. Samen met jongeren kijken we naar een uitbreiding van het activiteitenaanbod om te voorkomen dat ze afglijden. Zo willen Rijk en gemeenten voorkomen dat mensen als gevolg van het coronavirus (verder) in de problemen komen.
De komende maanden wordt op basis van de effecten en ervaringen van deze versnellingsacties steeds gekeken of aanvullende maatregelen nodig zijn. In het voorjaar van 2021 wordt de Kamer over de voortgang geïnformeerd.