Noord-Nederland – Al jarenlang neemt het aantal boerenbedrijven in Groningen, Friesland en Drenthe af. In Groningen stopten de afgelopen 3 jaar 60 boeren, in Drenthe hielden 81 boeren er mee op en in Friesland zelfs 122, zoals cijfers van het CBS uitwijzen.
De ontwikkeling in het noorden van Nederland sluit aan bij het landelijke beeld. Dagelijks stoppen er gemiddeld 3 boeren of tuinders met hun bedrijf. De daling in Noord-Nederland ligt dus nog onder het landelijke gemiddelde van 3,2 procent. Veel oudere boeren stoppen omdat ze geen opvolger hebben. Het bedrijf houdt op met bestaan, of gaat op in een groter boerenbedrijf.
Schaalvergroting
Maar liefst 60 procent van de oudere tuinders en boeren heeft geen opvolger. Dit heeft tot gevolg dat schaalvergroting onvermijdelijk doorzet in agrarische productie. In de zuidelijke provincies zijn relatief meer stoppers te vinden dan in het noorden. In vrijwel alle sectoren zijn deze cijfers te zien. Er worden meer kilo’s vlees, melk en eieren of tonnen uien, aardappelen en graan geproduceerd door een kleiner aantal bedrijven. Dit voorkomt dat het land van de stoppende boer braak komt te liggen.
Voorkeur voor duurzaam
De consument heeft echter een steeds grotere voorkeur van de producten van de kleinschalige en biologische boer. Voedsel neemt een centrale positie in de discussie over duurzaamheid in. Het is belangrijk om duurzame methode te vinden die zo min mogelijk schade opleveren voor het ecosysteem om ook op lange termijn genoeg voedsel te produceren, laat een expert van het gezondheidsplatform sundt.nl weten. De markt voor biologisch voedsel vertoont al jaren een sterke groei van ongeveer 10 procent per jaar. Tegenwoordig zijn er steeds betaalbaardere biologische keuzes, wat komt doordat ook dit voedsel op wat grotere schaal geproduceerd kan worden. Het gaat hierbij voornamelijk om vers voedsel, zoals groenten en vlees, en in mindere mate om bewerkt voedsel.
Te weinig inkomsten
Veel agrariërs kunnen de broek (haast) niet meer ophouden met hun werkzaamheden. De boer delft het onderspit op de weg van akker naar het bord. De Europese Commissie pakt oneerlijke handel met voedsel wel aan om de boeren te beschermen, onder andere door groothandels, voedselverwerkende bedrijven en supermarkten te dwingen om de cijfers openbaar te maken. Toch laat de praktijk zien dat ruim één op de drie boeren minder verdient dan het minimumloon, terwijl de kosten flink oplopen door onder andere eisen op het gebied van milieu en duurzaamheid.
Meer boeren doen er wat bij
Het boereninkomen staat erg onder druk. Voor verschillende boeren is dit een reden om zich niet enkel op het boeren te richten, maar meerdere inkomensbronnen te creëren. Uit een enquête van de Wageningen Universiteit (WUR) blijkt dat de helft van de 1200 deelnemende boeren andere activiteiten hebben naast akkerbouw of veeteelt. In de jaren ’90 ging dit om minder dan 25 procent van de boeren.
Boeren verdienen bijvoorbeeld een centje bij door caravans te stallen, door dagjes uit aan te bieden op de boerderij, door aan natuurbeheer te doen, een wind- of zonnepark te runnen of door de boerderij in te zetten als zorgboerderij of locatie voor kinderopvang. Dit soort activiteiten zorgen voor meer inkomenszekerheid.