Appingedam – Op het Eendracht terrein presenteerde de provincie Groningen het rapport ‘Groninger Randvoorwaarden Woningbouw 2025’. Ook de gemeente Eemsdelta en woningcorporatie Acantus waren aanwezig. De opdracht is pittig: tot en met 2030 moeten er 28.509 woningen bij komen in de provincie, waarvan 3.293 in Eemsdelta. Dat lukt alleen als de belangrijkste problemen snel worden opgelost en als het Rijk meehelpt.
De provincie, gemeenten en woningcorporaties willen duidelijke afspraken. Regels moeten eenvoudiger en procedures vlotter. Den Haag moet helpen bij kosten die hier in het noorden niet zijn terug te verdienen. In Eemsdelta en Oost-Groningen kan de onrendabele top, het gat tussen kosten en marktwaarde, oplopen tot bijna 60.000 euro per woning.
‘Iedereen die in Groningen wil wonen, moet ook kunnen wonen’
Gedeputeerde Pascal Roemers zei het zo: ‘Iedereen die in Groningen wil wonen, moet ook kunnen wonen. We hebben hier twee grote taken. Snel meer woningen bouwen en onze bestaande woningen verbeteren. Dat staat los van de versterkingsoperaties, maar het komt er wel bovenop. We werken hard aan de woondeals met gemeenten en corporaties, maar het wordt steeds moeilijker om nieuwe woningen te realiseren. Netcongestie en stikstof zorgen voor vertraging. Daarom hebben we het Rijk nodig om de knelpunten op te lossen en onze afspraken te halen.’
Die knelpunten zijn ook lokaal zichtbaar. In Appingedam, Delfzijl en Loppersum is de vraag hoog. In dorpen als Holwierde, Spijk en ’t Zandt willen mensen graag in hun eigen omgeving blijven wonen. Tegelijk liggen de opbrengsten bij verkoop en verhuur lager dan in de Randstad, terwijl de bouwkosten overal ongeveer gelijk zijn. De grond is relatief goedkoop, maar dat is vaak niet genoeg om het tekort weg te werken. Bouwbedrijven zijn huiverig om in te stappen.
Waarom afschaffing van winstbelasting gaat helpen
Eén punt kreeg veel nadruk: de winstbelasting voor corporaties, de vennootschapsbelasting (VPB), drukt direct op de investeringsruimte. Als die belasting wordt afgeschaft, ontstaat er ruimte. Het geld kan naar nieuwbouw, sloop/nieuwbouw en naar isoleren en het vervangen van installaties.
Robert Waarsing, directeur-bestuurder van Acantus, verwoordde het zo: ‘We willen bouwen, punt. Er staan ruim tienduizend mensen bij ons ingeschreven, vierduizend zoeken actief naar een woning. Als wij winstbelasting moeten afdragen, betekent elke miljoen ongeveer vijftig woningen minder voor deze regio. Geef ons investeringsruimte en zorg voor stabiel beleid. We kunnen niet bouwen als de spelregels steeds veranderen. En haal belemmeringen weg. Niet alleen bij nieuwbouw, ook bij sloop voor nieuwbouw lopen we vast op flora- en faunawetgeving of op een gebrek aan stroomcapaciteit. In Appingedam staat een flat al een jaar leeg. We kunnen niet slopen omdat we nog niet zeker weten of er vleermuizen zitten. Intussen wachten gezinnen op een woning.’
Lokale projecten en kansen
Het rapport noemt concrete plekken waar winst te boeken is. In Delfzijl krijgt de Zandplatenbuurt een kwaliteitsimpuls. Vierhonderd woningen zijn of worden gesloopt en zeshonderd komen er terug. Er is aandacht voor leefbaarheid en voor de omgeving van station Delfzijl West. In Appingedam groeit het terrein van De Eendracht uit tot een woonplek met ongeveer 150 woningen en een zorglocatie. Zulke herstructureringen leveren woningen op en verbeteren buurten. Ze vragen wel vakmanschap, duidelijke keuzes en geld voor de lange termijn.
Wethouder Annalies Usmany-Dallinga legde de lokale opgave uit: ‘De vraag naar woningen is groot, ook in de dorpen. We zijn van krimp naar lichte groei gegaan en we hebben in onze woonvisie ruimte opgenomen voor zeshonderd tot negenhonderd extra woningen de komende tien jaar. Maar bouwers durven soms onvoldoende te investeren. De onrendabele top speelt niet alleen in de huursector, maar ook in het koopsegment. Vooral in kleinere kernen is het moeilijk een sluitende businesscase te maken. We willen bouwen, maar het rond krijgen blijft ingewikkeld. Samen met de provincie en corporaties brengen we dat nadrukkelijk onder de aandacht.’
Netcongestie, stikstof en capaciteit
Geld is niet de enige remmende factor. Het stroomnet zit voller dan verwacht. Meer dan 2.800 aansluitingen lopen vertraging op. Dat maakt bouwen duurder. De provincie wil daarom met netbeheerder en gemeenten strakker programmeren en energiehubs verkennen. Ook stikstof zorgt voor vertraging. Daarnaast is er in dorpen te weinig menskracht om projecten te begeleiden. Vergunningen duren langer en soms blijft een subsidie liggen omdat er geen tijd is om aan te vragen. Structureel geld voor ambtelijke capaciteit en een expertpool die tot 2030 kan bijspringen staat daarom hoog op het wensenlijstje van de provincie.
Wat Groningen vraagt aan het Rijk
Structurele financiering voor onrendabele toppen, afschaffing van de winstbelasting voor corporaties, middelen voor extra capaciteit bij de gemeenten en doorbraken bij het stroomnet en bij het stikstofvraagstuk wil Groningen op de agenda van het Rijk. En dat is nodig om de woondeal waar te maken, is de conclusie van de provincie. ‘Het kan alleen lukken als we samen een vuist maken en met elkaar aandacht vragen voor de knelpunten die er zijn. En dat doen we dus nu, met dit rapport,’ besluit Roemers, terwijl Usmany-Dallinga en Waarsing instemmend knikken.







