
Groningen – Huurders en woningeigenaren in waterschap Noorderzijlvest betalen de hoogste
waterschapsbelastingen van de drie Noordelijke provincies. In Hunze en Aa’s zijn ze het laagst. Dit
blijkt uit een zojuist gepubliceerd onderzoek van bureau Coelo van de Rijksuniversiteit Groningen.
In vier jaar tijd zijn huurders en woningeigenaren in Noorderzijlvest 25 procent meer kwijt aan
waterschapslasten, terwijl zij in waterschap Hunze en Aa’s slechts tussen de 3 en 6 procent kwijt
zijn.
Huurders (meerpersoonshuishouden) betalen in 2023 in Noorderzijlvest € 337 aan
waterschaplasten. Voor Friesland bedraagt dit € 289, voor Hunze en Aa’s €304 en voor Drents
Overijsselse Delta € 316.
Voor woningeigenaren geldt hetzelfde beeld. In Noorderzijlvest betalen eigenaren van een woonhuis
met meerdere bewoners een bedrag van € 566. Voor de Friezen bedraagt dit € 480, voor Hunze en Aa’s
€ 390 en voor Drents Overijsselse Delta € 467.
Ook de schuldquote is voor waterschap Noorderzijlvest het hoogste van de vier waterschappen en is
meer dan 300 procent van de belastingkomsten. De schuld bedraag inmiddels 250 miljoen Euro en zal
naar verwachting binnen twee jaar richting de 300 miljoen Euro gaan. Waterschap Hunze en Aa’s leent
het minst: 200 procent van de belastinginkomsten.
Bernd de Nijs, fractievoorzitter van waterschapspartij Betaalbaar Water vindt het schokkend te
constateren dat het kleine waterschap Noorderzijlvest niet méér doet de kosten omlaag te brengen.
Hij vindt dat de waterschappen meer moeten samenwerken om kosten te verlagen. De Nijs: “Op 30
kilometer afstand van elkaar staan twee hoofdkantoren, met twee directeuren, twee besturen, twee
afdeling personeelszaken, ict en communicatie. En de werkzaamheden van Hunze en Aa’s en
Noorderzijlvest zijn vergelijkbaar. Meer organisatorisch samenwerken scheelt in de kosten en zal
tot gemiddeld lagere tarieven leiden. De verantwoordelijke provincies moeten nu echt actie ondernemen.”