Nederland – Met een noordelijke stroming wordt vanaf zaterdag koude lucht uit Scandinavië aangevoerd. De zomerjas kan worden ingeruild voor de winterjas. Vooral zondag en maandag is het koud met maxima tussen 5 en 9 graden! In de nachten komt het tijdens opklaringen tot lichte vorst. Het weerbeeld bestaat uit wolkenvelden, zon en enkele buien.
Komende dagen is het nog grijs, winderig en zacht herfstweer. Vooral in het noordoosten valt soms lichte (mot)regen. In het zuidwesten is het overwegend droog met af en toe wat zon. Het is zacht met 14-17 graden. Vooral in de kustgebieden waait het stevig uit het noordwesten. Vrijdag trekken buien over het land en ligt de temperatuur rond normaal met 12 à 13 graden.
Koude lucht uit Scandinavië
Zaterdag koelt de lucht al wat af boven ons land. Met 10 à 11 graden ligt de temperatuur voor het eerst sinds eind september weer een paar graden onder de norm. Vooral in de kustprovincies trekken buien vanaf zee binnen, maar tussendoor is er ook wat ruimte voor de zon. In de avond en nacht kan het tijdens opklaringen landinwaarts een paar graden vriezen.
Zondag steekt in het hele land een gure noordoostenwind op. Koude lucht uit Scandinavië bereikt ons land en dat merken we aan de middagtemperatuur. Met 5 tot hooguit 9 graden is het ruim vijf graden kouder dan normaal. Opnieuw is er een afwisseling van wolkenvelden, buien en enkele zonnige momenten. Tijdens een bui kan de temperatuur dalen naar 3 graden en ligt de gevoelstemperatuur rond het vriespunt. Op 1 april lag de temperatuur voor het laatst in het hele land onder 10 graden. Toen werd het 5 graden op de Wadden en lokaal 9 in Brabant en Gelderland.
Maandag en dinsdag neemt de gure wind af, maar het blijft koud voor de tijd van het jaar. In de nachten kan het tijdens opklaringen licht vriezen. Overdag wisselen zon en enkele buien elkaar af. Lang duurt de kou niet, want vanaf woensdag wordt het beduidend zachter met temperaturen die oplopen richting 15 graden.
Smeltende sneeuw bij de zuider- en oosterburen
De sneeuwgrens daalt zondag en maandag naar ongeveer 500 meter hoogte. Dat betekent dat in de Ardennen, de Eifel en het Sauerland de kans op smeltende sneeuw toeneemt. Op de toppen, zoals Winterberg en mogelijk zelfs de Hoge Venen, kan het even wit worden.
Mocht een bui in de nachtelijke uren doordringen tot het binnenland van Nederland, dan is het niet uitgesloten dat ook op de Veluwe en de Limburgse heuvels wat ‘natte flatsen’ tussen de regendruppels worden gespot. Dit is vrij normaal voor de tijd van het jaar. Gemiddeld worden de eerste smeltende sneeuwvlokken aan het eind van oktober of begin november gemeld, meestal in de hoogste gebieden van ons land.
