Delfzijl – Woensdagavond 21 juni stonden de Groningse hulpdiensten voor een uitdagend scenario: een brand in een kraakpand in het centrum van Delfzijl, twee mannen met een vuurwapen en meerdere vermisten, evenals een groot ongeval met verschillende gewonden en agressieve omstanders. Dit scenario bood een optimale oefenmogelijkheid voor de hulpdiensten.
Langs de Oude Schans in Delfzijl was het een drukte van belang. Naast de aanwezige hulpverleners met hun voertuigen, kwamen ook veel inwoners een kijkje nemen bij de grootschalige oefening waaraan meerdere partijen deelnamen, waaronder de brandweer, politie, ambulancedienst, Meldkamer Noord-Nederland, verkeersregelaars en de gemeente Eemsdelta. Een van de belangrijkste doelen van de oefening was het versterken van de samenwerking tussen de verschillende hulpdiensten, aldus Simon Aardema van Veiligheidsregio Groningen. “Bij een groot incident gebeurt er veel tegelijkertijd. Het is dan essentieel dat de hulpdiensten elkaar snel kunnen vinden en dezelfde taal spreken.”
De keuze om deze grootschalige oefening in het centrum van de stad plaats te laten vinden, was bewust gemaakt om de realiteit zo goed mogelijk na te bootsen, legt Simon uit. “Het is mogelijk dat er een brand uitbreekt of een ongeval plaatsvindt in het centrum van Delfzijl, dus wilden we de oefening zo realistisch mogelijk maken. Daarnaast willen we graag aan de inwoners van Delfzijl laten zien wat de hulpdiensten doen. We zijn trots op ons werk en staan midden in de samenleving.”
Tijdens de oefening stonden twee van de vier kerntaken van de brandweer centraal: brandbestrijding en technische hulpverlening. Het was een uitdaging voor Brandweer Delfzijl en Brandweer Wagenborgen om zo goed mogelijk op de gebeurtenissen in te spelen. Simon legt uit: “We hebben het scenario bewust complex gemaakt, waarbij veel tegelijkertijd gebeurde. De brandweermannen en bevelvoerders moesten prioriteiten stellen: wat doe ik eerst en wat kan later? Bovendien werd de oefening opgeschaald naar het niveau van de hogere commandovoering, omdat de incidenten dusdanig groot werden dat er een GRIP 1-situatie ontstond.”
Roy Tammenga, een verpleegkundige in opleiding bij Ambulancezorg Groningen, blikt positief terug op de avond. “Het was een intensieve oefening met meerdere slachtoffers met ernstige verwondingen, waaronder een schotwond. Het was nuttig om een dergelijke medische situatie te trainen, omdat dat in werkelijkheid zelden voorkomt. Daarnaast is het voor ons als ambulancepersoneel altijd belangrijk om te weten wanneer een situatie veilig is. Die informatie moeten we ontvangen van de brandweer of politie, maar dat kan tijdens een hectisch incident lastig zijn. Het was zeer waardevol om de samenwerking onder hoge druk in de praktijk te oefenen.”
Ook de politie speelde een actieve rol tijdens de oefening. Meinie Boneschansker, oefenleider vanuit de politie, dacht mee over het scenario. “Deze oefening bood een mooie uitdaging voor onze collega’s. Hoe waarborg je bijvoorbeeld je eigen veiligheid als je geconfronteerd wordt met personen die gewapend zijn en jezelf alleen een wapenstok hebt? In dit geval ging het om een mix van surveillanten, studenten en hoofdagenten. Daarnaast moest er worden samengewerkt met de brandweer, omdat de brand tegelijkertijd geblust moest worden.”
Naast het oefenen van hun eigen processen is het voor de politie ook belangrijk om samenwerking met andere hulpdiensten te beoefenen. Meinie legt uit: “Ik zeg altijd: in vredestijd moet je elkaar leren kennen, zodat je in oorlogstijd kunt handelen. Als je elkaar al kent en elkaar kunt aanspreken, kun je veel sneller samenwerken dan wanneer je geen idee hebt wie de ander is. Bovendien is het waardevol om elkaars werkwijzen beter te leren kennen, zodat we elkaar kunnen ondersteunen. Het draait niet om ‘wij versus zij’, maar om gezamenlijk het incident bestrijden met hetzelfde doel.”







