Groningen – UWV verwacht dat de werkgelegenheid in de arbeidsmarktregio Groningen in 2023 nog verder groeit. Vanaf 2024 komt de werkgelegenheidsgroei in een lagere versnelling terecht als gevolg van een lagere economische groei en aanhoudende personeelstekorten. Hoewel de meeste sectoren nog een groeiende werkgelegenheid laten zien, krijgen industrie, financiële diensten en bouw te maken met banenkrimp. In veel andere sectoren neemt het groeitempo af. Dit blijkt uit de UWV Arbeidsmarktprognose 2023 – 2024.
“De economische groei stagneerde in de afgelopen kwartalen. Dat komt door de hoge energieprijzen, inflatie en de onzekerheden op de internationale markten. Toch groeit de Nederlandse economie dit jaar volgens het Centraal Planbureau nog met 1,6% en volgend jaar met 1,4%. De verwachte werkgelegenheidsontwikkeling is echter duidelijk minder gunstig dan wat we in de afgelopen jaren gewend waren” geeft arbeidsmarktadviseur Erik Oosterveld aan. Een grote onzekerheid geldt voor 2024: is er voldoende gas als er een strenge winter komt? Het CPB heeft hiervoor op hoofdlijnen een alternatief groeiscenario berekend. “Mochten we een strenge winter krijgen met onvoldoende aanbod van gas, dan valt de banengroei in 2024 bijna stil. Het CPB verwacht dat de economische groei in dat geval terugvalt naar 0,4%. Hogere energieprijzen leiden dan tot minder koopkracht, waardoor de consumptiegroei helemaal stilvalt.”
Banengroei in meeste sectoren
Volgens de UWV Arbeidsmarktprognose neemt in 2023 en 2024 in de meeste sectoren de werkgelegenheid toe. In de arbeidsmarktregio Groningen groeit het aantal banen van werknemers vooral in 2023, in sectoren als horeca, (specialistische) zakelijke diensten en onderwijs. In 2024 valt in vrijwel alle sectoren het groeitempo van de werkgelegenheid terug. Zo staan in de horeca kostenstijging, koopkrachtverlies en het grote personeelstekort een sterkere groei in de weg. Opvallend is de beperkte banengroei bij de uitzendbureaus. De uitzendbranche is een conjunctuurgevoelige sector die in de coronacrisis behoorlijk hard werd getroffen en in de afgelopen jaren juist weer flinke groei liet zien. De personeelskrapte kan er echter voor zorgen dat bedrijven personeel liever rechtstreeks in dienst nemen, zonder tussenkomst van een uitzendbureau. Ook maakt de krapte het voor uitzendbureaus lastig om personeel te vinden om uit te plaatsen bij bedrijven. Alleen in de ICT blijft de groei aan werknemersbanen op niveau. De sector kent al lange tijd een forse groei, vooral door de digitalisering.
Personeelstekorten belemmeren banengroei
Vanaf 2024 neemt het groeitempo van de werkgelegenheid beduidend af, hoewel de productie van veel bedrijven redelijk op peil blijft. Personeelstekorten spelen hierbij een belangrijke rol. De mensen die beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt worden bijna allemaal volledig ingezet. Dit zorgt ervoor dat er op de arbeidsmarkt bijna geen ruimte meer is voor verdere groei. De druk van aanhoudende personeelstekorten stimuleert bedrijven om vol in te zetten op automatisering, robotisering en andere manieren om de arbeidsproductiviteit te laten toenemen. Erik Oosterveld: “Het aantal banen blijft achter bij de groei van de productie. De arbeidsmarkt staat onder druk door een lagere economische groei, onzekerheid en een aanhoudend tekort aan personeel, materiaal en ruimte. Dit drukt de werkgelegenheid omdat bedrijven genoodzaakt zijn om andere oplossingen te vinden om de productie te laten groeien. Je kunt het natuurlijk zoeken in automatisering, maar er zijn ook alternatieven, zoals het breder zoeken naar kandidaten, bijvoorbeeld door open hiring. Ook het stimuleren van de inzet van 55-plussers, deeltijdwerkers, arbeidsmigranten en ontmoedigden kan bijdragen aan het verminderen van de krapte.”
Minder vacatures, maar geen einde aan de krapte
Het aantal ontstane vacatures neemt in 2023 en 2024 landelijk af, nadat het in 2022 het hoogste niveau sinds 1997 bereikte. Als gevolg van de afkoelende economie daalt het aantal ontstane vacatures de komende jaren tot net boven het niveau van 2019, het laatste jaar voor de coronapandemie. De geringe banengroei en de afname van het aantal vacatures betekenen niet dat de personeelstekorten verdwijnen. De krapte wordt weliswaar iets minder, maar blijft aanwezig in beroepsgroepen als techniek, industrie, bouw, zorg en ICT. Dit komt omdat personeelskrapte grotendeels structurele oorzaken heeft, zoals vergrijzing, ontgroening, deeltijdwerk en mismatch.