Nederland – De Aziatische hoornaar (Vespa velutina) verspreidt zich steeds sneller in Nederland en vormt een serieuze bedreiging voor biodiversiteit, honingbijen en mogelijk ook de volksgezondheid. Dat blijkt uit een nieuw beleidsadvies van Naturalis Biodiversity Center, opgesteld door emeritus hoogleraar Jacques J.M. van Alphen. Volgens het rapport schiet het huidige overheidsbeleid tekort en kan uitstel van actie leiden tot ingrijpende gevolgen voor natuur en economie.
Grote impact op biodiversiteit en landbouw
De Aziatische hoornaar is een invasieve roofwesp die vooral jaagt op bestuivende insecten, waaronder honingbijen. De soort kan per nest tot 30.000 werksters voortbrengen en komt in stedelijke gebieden soms met wel twaalf nesten per vierkante kilometer voor. De druk op bijen en andere bestuivers neemt daardoor snel toe.
“De hoornaar is niet alleen een probleem voor imkers, maar voor iedereen die afhankelijk is van gezonde ecosystemen,” zegt Van Alphen. Door de afname van bestuivers dreigen zowel landbouwgewassen als wilde flora schade te ondervinden.
Risico’s voor mens en natuur
Het rapport benoemt drie belangrijke risico’s:
• Volksgezondheid: steken kunnen ernstige allergische reacties veroorzaken; meerdere steken kunnen dodelijk zijn. De soort is bovendien in staat gif in de ogen te spuiten.
• Biodiversiteit: de snelle groei van nesten leidt tot sterke afname van bestuivende insecten.
• Economische schade: in Frankrijk kosten bijensterfte en bestrijding jaarlijks zo’n €30,8 miljoen.
‘Te weinig en te laat’
Volgens Van Alphen is de huidige Nederlandse aanpak te afwachtend. De verantwoordelijkheid ligt bij de provincies, maar adviezen van Stichting EIS zouden de risico’s onderschatten. “Het beleid laat zich samenvatten met de Engelse uitdrukking Too little, too late,” aldus de hoogleraar. In andere Europese landen wordt al veel actiever bestreden.
Nieuwe technieken bieden kansen
Hoewel volledige uitroeiing niet meer haalbaar is, kan gerichte populatiebeheersing de schade aanzienlijk beperken. Innovaties zoals mini-zendertjes om nesten op te sporen en apparatuur om nesten tot 35 meter hoogte te verwijderen, maken bestrijding efficiënter en goedkoper. Nauwe samenwerking tussen imkers, gemeenten en provincies is volgens het rapport noodzakelijk.
Het advies pleit onder meer voor:
• landelijke coördinatie in plaats van versnipperde provinciale aanpak;
• actieve opsporing en verwijdering van voorjaarsnesten en jonge koninginnen;
• publiekscampagnes om burgers alert te maken in het voorjaar.
Wettelijke plicht tot actie
De EU-verordening en de Nederlandse Wet natuurbescherming verplichten provincies om invasieve soorten actief te bestrijden. “Hoe eerder we beginnen, hoe kleiner de inspanning en kosten,” benadrukt Van Alphen. “Het negeren van deze soort is geen optie.”
Steun vanuit imkerswereld
Ook de Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV) reageert positief op het rapport. Voorzitter Wijnand Lodder noemt het advies “een flinke steun in de rug” voor de vele vrijwilligers die zich inzetten om de opmars van de Aziatische hoornaar te beperken. “Dit rapport helpt enorm in de gesprekken met lokale en provinciale overheden.”







