Nederland – Voor veel starters zijn de kansen op de woningmarkt moeilijk: het aanbod is beperkt en van dat aanbod is slechts een deel betaalbaar voor starters. Vereniging Eigen Huis bracht in kaart in welke gemeenten starters de meeste kans hebben op een betaalbaar huis. Landelijk gezien bleek minder dan een kwart van de verkochte woningen in 2024 betaalbaar voor tweeverdieners met samen zo’n 1,5 keer modaal salaris. In de Randstad lag het aantal voor starters betaalbare huizen nog lager: slechts 16% van de aangeboden huizen werd verkocht onder de €300.000.
In 2024 waren 47.559 van de in totaal 204.460 verkochte woningen binnen financieel bereik van starters met een (gezamenlijk) salaris van 1,5 keer modaal. De verschillen tussen gemeentes zijn groot. Vooral in de Randstad en de regio Eindhoven is er binnen het toch al beperkte aanbod een groot tekort aan betaalbare huizen. Op een interactieve kaart op eigenhuis.nl/starters/kaart is per gemeente te zien hoeveel betaalbare woningverkopen er in 2024 waren.
Vereniging Eigen Huis maakt zich zorgen over de beperkte mogelijkheden voor starters op de woningmarkt en pleit voor de bouw van écht betaalbare woningen en beter benutten van de huidige woningvoorraad, door bijvoorbeeld splitsing.
Leven komt tot stilstand
“Dat starters het moeilijk hebben, weet heel Nederland al jaren”, reageert algemeen directeur Cindy Kremer. “Uit ons eerdere onderzoek naar het sentiment onder starters komt naar voren dat zij hun kansen steeds somberder inzien en zelfs levensbeslissingen als het krijgen van kinderen uitstellen. Met dit landelijke onderzoek laten we zien in welke plaatsen starters nog kans maken. Al zijn er ook daar natuurlijk meestal veel meer woningzoekers dan woningen. Er moet gebouwd worden! Plan- en besluitvorming moeten doorgaan, ondanks de ontstane politieke situatie.”
Grote regionale verschillen
De verschillen per regio en gemeente zijn groot. Pekela biedt het meest betaalbare aanbod: 8 op de 10 woningen werden vorig jaar onder de €300.000 verkocht. De Limburgse gemeenten Heerlen, Kerkrade en Brunssum volgen op de voet, met ruim 7 op de 10. In 4 gemeenten werd geen enkele woning verkocht onder de 3 ton: Bloemendaal, Landsmeer, Rozendaal en Vlieland, al vonden in die laatste überhaupt maar 11 woningtransacties plaats in 2024.
Van de grote steden deden Amsterdam, Haarlem, Almere en Utrecht het het slechtst, met ieder maximaal 10 procent woningverkopen tot 3 ton. Het aandeel betaalbare woningen is groter in Leeuwarden (59 procent), Enschede (49 procent) en Groningen (46 procent). De cijfers in grote steden zijn zelfs iets rooskleuriger doordat investeerders hun relatief goedkope woningen verkochten.
De provincies Utrecht en Noord-Holland scoren het slechtst qua aandeel betaalbare woningen met respectievelijk 12 en 13 procent van alle woningtransacties onder de €300.000, gevolgd door Noord-Brabant. Groningen (50 procent) en Zeeland (49 procent) hebben relatief het meest betaalbare woningaanbod, gevolgd door Limburg, Friesland en Drenthe.
Kremer: “De regionale verschillen zijn groot. Niet geheel verrassend zijn er binnen de Randstad en grote steden relatief minder betaalbare koopwoningen te vinden. Al heeft de verkoop van huurwoningen door beleggers in 2024 in de grote steden tijdelijk extra aanbod opgeleverd in de voor starters haalbare prijsklasse.”
Gemeenten aan zet
Hoewel woningprijzen zich niet zomaar laten beïnvloeden, biedt nieuwbouw mogelijkheden. Kremer: “Op de Woontop in december 2024 heeft Woonminister Keijzer met alle bouwende partijen afgesproken dat er veel meer betaalbaar zal worden gebouwd. Het aandeel betaalbare koopwoningen is een keuze van gemeenten, zolang er maar twee derde betaalbaar wordt gebouwd. Gemeenten zijn daarom aan zet: wij roepen hen op om ook in te zetten op betaalbare koop in hun woonplannen. Die koopwoningen zijn net zo hard nodig als sociale en middenhuurwoningen.”