Waarom zijn er te weinig ‘blauwe boorden’ in de Eems-Dollard Regio?

Groningen – Veel bedrijven in de Eems-Dollard Regio (EDR) klagen over een gebrek aan de zogenaamde ‘blue collar workers’ of ‘blauwe boorden’: geschoolde arbeiders, werkzaam in de industriële sector. Ondanks het feit dat er al een groot aantal initiatieven zijn geweest om meer personeel te werven, lijkt het steeds moeilijker te worden om dit type personeel te vinden.

Om te kijken wat nodig is om meer personeel te kunnen werven voor de industriële sector onderzochten dr. Klaske Veth, lector Duurzaam HRM aan de Hanzehogeschool Groningen en dr. Florian Dorozalla, lector Human Resource Management aan de Hochschule Emden-Leer wat de knelpunten zijn. Hun conclusies en aanbevelingen zijn terug te vinden in het rapport Perspectives for blue collar jobs, how to make blue collar jobs more attractive in the Ems Dollart Regio.

Veth en Dorozella interviewden zowel werkgevers als werknemers vanuit de Nederlandse en Duitse industriesector.

Werknemers
De meeste interviews werden gehouden onder jongere werknemers die werkzaam zijn als geschoolde arbeider in de industriële sector, met name om te onderzoeken in hoeverre hun op dit moment aantrekkelijk zijn. De resultaten van de interviews tonen aan dat deze groep in de basis tevreden is over hun werk, zowel qua inhoud als qua omgeving.

Waarom ze een ambachtelijke opleiding hebben gevolgd is tweeledig: aan de ene kant zijn ze al vanaf hun jeugd geïnteresseerd in het vak en aan de andere kant komt het door het ouderlijk huis: tenminste één ouder is ook werkzaam in de industriële sector. Vaak kiezen deze jongeren voor een opleidingsbedrijf in de buurt van de woonplaats en op basis van de reputatie van het bedrijf.

Waar deze jongere werknemers wél in teleurgesteld zijn, is het gebrek aan sociale waardering voor hun beroep. Loon en werkuren worden als goed gezien, maar een eventuele  verkorting van een week tot vier dagen van tien uur wordt niet op prijs gesteld. Het meest gewaardeerd op het gebied van de bedrijfscultuur zijn de gezamenlijke activiteiten. Overigens worden er geen taalbarrières met buitenlandse collega’s ervaren.

Werkgevers
Werkgevers zijn het in veel opzichten eens met de beoordelingen van hun werknemers, ook met betrekking tot de positie van geschoolde arbeiders in de industriële sector in de samenleving. De werkgevers gebruiken verschillende manieren om hun bedrijf te presenteren in de zoektocht naar nieuwe medewerkers. Toch geven de bedrijven aan dat ze bijna iedereen die zich aanmeldt voor een baan, in dienst moeten nemen omdat de spoeling dun is. Een meer doelgroepgerichte aanpak om medewerkers te werven en meer aandacht hiervoor via sociale media kan een oplossing hiervoor zijn. Persoonlijk contact en ‘mond-tot-mondreclame’ zijn nu de belangrijkste manieren om medewerkers te werven. Veel werkgevers in deze industriële sector werken liever niet  samen met andere bedrijven op het gebied van werving, omdat er veel concurrentie en er weinig vertrouwen  is.

Aanbevelingen uit het rapport
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek geven de onderzoekers de volgende aanbevelingen om de industriële sector aantrekkelijker te maken voor met name jonge, geschoolde arbeiders:

•             Versterking van de individuele waardering: kerstbonussen, gezamenlijke maaltijden of activiteiten tijdens de werkuren, bijscholingskosten voor de werkgever.

•             Een betere reputatie creëren van het beroep, zoals schoolprogramma’s, stages en carrièremogelijkheden.

•             Flexibiliteit, bijvoorbeeld in werktijden, onbetaald verlof en beloning.

Het rapport is hier te lezen.

Back to top button