Onverwerkte emoties komen los bij Nederlands-Molukse theatervoorstelling Aan de andere kant

Appingedam – Op 19 september 2018 beleeft de Nederlands-Molukse theatervoorstelling Aan de andere kant, een tijdelijk verblijf haar première in de Molukse kerk in Appingedam. Daarna speelt de voorstelling in Hoogkerk en Bovensmilde. Kaarten kunnen worden besteld via www.adak-theater.nl of vanaf een uur voor aanvang op locatie. De hoofdrollen in de voorstelling worden vertolkt door Nynke Heeg en Roger Goudsmit. De regie is in handen van Hiepie Hoogeveen en Mietji Hully.

Het is een unieke gebeurtenis in Nederland: Nederlandse en Molukse theatermakers maken een theatervoorstelling over de gedeelde geschiedenis. Nog niet eerder werd een theatervoorstelling gemaakt waarbij een grote groep betrokken is met zowel Nederlandse als Molukse roots; van (amateur)spelers en de professionele cast, tot vrijwilligers en de theatermakers zelf. Het regisseursduo bestaande uit Mietji Hully (geboren in kamp Schattenberg en met Molukse roots) en Hiepie Hoogeveen (‘belanda’) is daarvoor exemplarisch.

Over de voorstelling
In 1951 meerde de Kota Inten aan in Rotterdam, met aan boord duizenden Molukse KNIL soldaten en hun families die na de onafhankelijkheid van Indonesië naar Nederland werden overgebracht voor wat een tijdelijk verblijf had moeten zijn.

Theus Melanesy (Roger Goudsmit) is één van de KNIL soldaten die naar Nederland werden overgebracht. Als hij bij aankomst direct uit zijn functie wordt ontheven, neemt de wrok tegenover de Nederlandse overheid toe. Zijn vrouw Gabriela (Nynke Heeg en Nel Lekatompessy) probeert haar man zoveel mogelijk te ondersteunen, haar gezin bij elkaar te houden en haar eigen weg te vinden in het nieuwe en vreemde land waarin zij wonen.

​Een verhaal met verschillende tijdslagen, met elkaar verbonden door film, muziek, een koor, amateurspelers en figuranten uit Groningen en Drenthe (mét en zonder Molukse roots).

Tot anderhalf jaar geleden, toen hij werd gevraagd om de regie te doen voor Aan de andere kant, wist regisseur Hiepie Hoogeveen weinig over de gedeelde Nederlands-Molukse geschiedenis. “Ik wist niet eens dat Molukkers KNIL-militairen waren. Die militairen en de Molukkers, dat waren voor mij twee heel verschillende groepen” vertelt Hoogeveen. “Tegelijkertijd wordt door Molukkers nog wel eens vergeten dat ook Nederlandse jongens, vlak na de Tweede Wereldoorlog, werden uitgezonden naar Nederlands-Indië” zegt Mietji Hully “ook zij zijn opgesloten geweest in Jappenkampen en hebben daar trauma’s opgelopen.”

Het was vanaf het begin af aan voor het duo duidelijk dat deze voorstelling geen wij-zij verhaal moest worden. “Als je het over de gijzelingsacties hebt in de jaren ‘70, dan zet je al snel twee kanten tegen elkaar op” volgens Hully. “Molukkers voelen zich in een positie gedrukt waarin zij als collectief worden aangekeken op die acties.” Het werd dus een ander soort voorstelling: een verhaal over een jong Moluks echtpaar dat in Nederland terecht komt en moet wennen aan het idee dat hun verblijf in dit koude land permanent is. In de voorstelling, die wordt gemaakt en gespeeld door een grote groep mensen mét en zonder Molukse roots, wordt duidelijk gemaakt dat men toch vooral ook veel overeenkomstig heeft. “Voor mij was het de zwijgcultuur. Het er niet over hebben. Emoties wegstoppen” geeft Hoogeveen als voorbeeld. Hully heeft een soortgelijke ervaring met haar vader “iedereen was bang dat als we het erover hadden, dat de emoties bij mijn vader loskwamen en dat hij dat niet aankon.”

Tijdens de opnames van de reconstructie van de aankomst van de Molukse oud KNIL-soldaten, één van de vele filmpjes in de voorstelling, werd duidelijk dat het loslaten van die emoties helend werkt. Oók voor de kinderen en kleinkinderen van de soldaten, die hier nu nog steeds wonen. “Ik heb het verhaal al zo vaak verteld, ik dacht niet dat het me nog veel zou doen” vertelt Hully. Maar net als voor de Molukse filmfiguranten was het voor haar ook een heel emotionele dag. “Toen ontdekte ik dat deze beelden nog veel indringender zijn dan woorden.” “Woorden kunnen sturen. Als je iets uitlegt, ga je daar in mee” zegt Hoogeveen “Beelden zijn onontkoombaar en komen direct bij je binnen.”

Hoewel de voorstelling gaat over een Moluks echtpaar, betekent dat niet dat de voorstelling alleen voor mensen met Molukse roots interessant is. “Het is breder dan dat” zegt Hully “ik merk zelf dat ik veel meer inzicht heb in hoe Nederlandse mensen deze gedeelde geschiedenis hebben ervaren. Je komt er ook niet uit als je maar blijft denken in ‘wij’ en ‘zij’. Beide partijen hebben hun pijn, hun slachtofferschap. We moeten er over praten om het te verwerken en samen door te kunnen.”

Aan de andere kant vertelt een serieus verhaal, en dat wordt niet uit de weg gegaan. “We schuwen emoties niet” vertelt Hoogeveen “maar het wordt ook niet alleen maar een soort tragedie, er zit humor in om te kunnen relativeren. Het zet daardoor zelfs de serieuze boodschap kracht bij.” Muziek speelt een belangrijkrijke rol in het stuk. “Er komen zo veel verschillende disciplines bij elkaar” vertelt Hully “toneelspel, film, dans, zang en muziek. Het samen zingen en muziek maken werkt helend. Het zijn traditionele liedjes in het Maleis’ maar de Nederlandse spelers zingen net zo goed mee.” Dat gold ook voor Hoogeveen tijdens de repetities. “Ik zong zó mee met de Molukse traditionele liedjes. Terwijl ik van tevoren de liedjes niet kende.”

Een tijdelijk verblijf is het eerste deel van de drieluik Aan de andere kant over de gedeelde Nederlands-Molukse geschiedenis. De voorstelling gaat op 19 september in première in de Molukse kerk in Appingedam (Harkenrothstraat 2, Appingedam). Daar speelt de voorstelling tot en met 22 september.

De voorstelling wordt in de weken daarna gespeeld in Hoogkerk (26 t/m 29 september, Molukse kerk: Willem-Alexanderstraat 5) en Bovensmilde (3 t/m 6 oktober, Waterstaatkerk: Hoofdweg 186). De voorstelling speelt twee keer op een avond: om 19:30 en 21:15. Kaarten zijn online te koop via www.adak-theater.nl en vanaf een uur voor aanvang op locatie.

Back to top button