Delfzijl op weg naar een dementievriendelijke gemeente

Delfzijl – In een dementievriendelijke gemeente draait het om het gemakkelijker maken van het dagelijkse leven van mensen met dementie. De gemeenteraad heeft op 2 maart 2017 geld beschikbaar gesteld om van Delfzijl een dementievriendelijke gemeente te maken.

Een gemeenschap waarin iedereen dementie accepteert. Waarin mensen met dementie blijven meedoen. Gerrit Visser vertelt over zijn rol als mantelzorger en hoe hij en zijn vrouw onder anderen steun kregen van Heleen de Boer, een in dementie gespecialiseerde vrijwilliger.

Sjoelend de mantelzorger ontlasten
‘Uw vrouw heeft Alzheimer en u wordt haar mantelzorger,’ dat was kort samengevat wat Gerrit Visser zo’n drie-en-een-half jaar geleden te horen kreeg in het Delfzichtziekenhuis.
Het verdriet over de diagnose, de fulltime zorgtaak en de huishouding vielen niet mee. Gelukkig kon hij zo nu en dan even opladen, omdat Heleen de Boer dan langs kwam en op zijn vrouw paste.

Diagnose Alzheimer
‘Mijn dochter en ik hadden al wel gemerkt dat mijn vrouw wat vergeetachtig werd,’ vertelt Visser aan de eikenhouten eetkamertafel in zijn zonnige appartement. Hij heeft net thee en cakejes geserveerd en blikt samen met Heleen de Boer terug op de periode dat zijn vrouw nog thuis woonde. ‘We dachten het is de ouderdom, maar toen ze niet meer wist waar ze de afwas op moest ruimen, ging ons een lichtje branden. We hadden daarvoor al een nare periode achter de rug, doordat mijn vrouw maar zo van de fiets viel. Waarschijnlijk heeft ze in die jaren verschillende tia’s gehad en daardoor viel ze soms zomaar weg en was ze vaak heel duizelig. Een pacemaker bracht daar ten langen leste verbetering in. Dat stelde mijn vrouw en mij wel gerust, maar toen werd ze langzamerhand steeds vergeetachtiger. De diagnose Alzheimer vonden we heel heftig. Ik stelde me onmiddellijk ten doel om zo lang mogelijk zelf voor haar te zorgen. We zijn niet voor niks bijna 60 jaar getrouwd.’ Dat ze sinds vorige maand in een tehuis woont, vindt Visser nog steeds moeilijk, maar anders was hij er zelf fysiek aan onderdoor gegaan.

Continu alert
‘De manier waarop meneer Visser voor zijn vrouw zorgde, heeft heel veel indruk op mij gemaakt,’ vult Heleen aan. ‘Ik had nooit gedacht dat het zo intensief was. Het is heel anders als je het van zo dichtbij meemaakt. Ik zag dat hij constant alert was en continu op zijn vrouw lette. Hoe doet ze, wat wil ze, is de deur wel op slot, dat soort zaken.’ Zowel Heleen als meneer Visser zijn heel veel over dementie in het algemeen en Alzheimer in het bijzonder gaan lezen. Visser: ‘Ik heb veel voordeel gehad van alle raadgevingen in boeken en alles wat ik via mijn IPad heb opgezocht. Mensen die aan Alzheimer leiden kunnen heel wisselvallig zijn qua gedrag. Wat bijvoorbeeld echt niet werkt is boos worden of de waarheid vertellen. Het had geen zin om te zeggen dat haar ouders niet meer leefden als ze hen heel erg miste. Daar zou ze alleen maar dubbel verdriet van hebben.’ Oude herinneringen ophalen, hadden daarentegen wel een positief effect. ‘Zo spraken we nog weleens over Bokje Wolf,’ zegt Heleen. ‘Hij was kruidenier in de straat waar mevrouw Visser is opgegroeid. Verder bleek praten soms lastig, maar hadden we veel plezier door samen te sjoelen.’

Met een gerust hart even weg
Heleen meldde zich bij het project Vrijwilligers en dementie van de SWD na een oproep in de krant. ‘Tot voor kort was ik werkzaam als verpleegkundige. Het administratieve deel miste ik niet, maar wel de omgang met mensen. Daar wilde ik graag weer wat mee doen. Na een kennismakingsgesprek en training was ik klaar om op mensen met dementie te passen of bij ze op bezoek te gaan.’ Vóór Heleen bij de familie Visser kwam, vond eerst een gesprek plaats met vrijwilligerscoördinator Jelly Wagenvoorde. Zij bekijkt waar behoefte aan is en welke vrijwilliger het beste past en gaat de eerste keer ook mee. In het geval van Heleen en de Vissers was het een schot in de roos. ‘Ik voelde meteen dat het goed zat,’ vertelt meneer Visser blij. ‘Natuurlijk ben ik de eerste keren in de buurt gebleven, maar al gauw durfde ik even een eindje te gaan fietsen of een boodschap te doen. Ik kon met een gerust hart even weg, heerlijk! Want al heb je thuiszorg en hulp in de huishouding, het was heel fijn om even niet alert te hoeven zijn of een beroep te doen op je naaste omgeving. Sterker nog mijn vrouw en ik verheugden ons gewoon op haar komst!’

Back to top button