Oudeschip – Bewoners rondom de Eemshaven kampen al geruime tijd met zicht-, licht- en geluidshinder. Met de geplande uitbreidingen in de Oostpolder dreigen deze problemen nog verder toe te nemen.
Ondanks overleg tussen bestuurders en vertegenwoordigers van de bewoners, verlopen de gesprekken tot op heden moeizaam. Concrete afspraken om de balans tussen hinder en voordelen te herstellen, blijven uit.
Er is wel overeenstemming bereikt over het opzetten van een Taakgroep met de industrie om maatregelen tegen de hinder te onderzoeken en uit te voeren. Echter, bestuurders weigeren steun te verlenen aan een Omgevingsfonds en een Verhuiscompensatie.
Het voorgestelde Omgevingsfonds zou gefinancierd worden door een jaarlijkse bijdrage van nieuwe bedrijven en windparken, waarmee omwonenden hun leefkwaliteit kunnen verbeteren. Daarnaast heeft de Bewoners Belangen Eerst (BBE) voorgesteld om aan te sluiten bij de Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op Land, een aanpak die elders in Nederland succesvol wordt toegepast.
Voor bewoners die willen verhuizen, stelt BBE een Verhuiscompensatie voor. Deze compensatie, gebaseerd op objectieve criteria, omvat onder andere de waardedaling van de woning en de verhuis- en verbouwingskosten. Volgens BBE voorkomt dit dat mensen gevangen blijven zitten door financiële obstakels, aangezien de huidige vangnetregeling tekortschiet.
Bestuurders geven als reden voor hun weerstand tegen de Verhuiscompensatie onder andere het voorkomen van leegloop en precedentwerking aan. Deze redeneringen worden echter betwist door BBE, die stelt dat het welzijn van burgers voorop moet staan.
De geschiedenis lijkt zich te herhalen, vergelijkbaar met de situatie rondom de aardgaswinning in Groningen, waar regionale bestuurders er niet in slaagden de belangen van de bevolking effectief te behartigen.